"De kracht van persoonlijk contact"

U stopt er mee!

Door alexander@eadaccountants.nl, donderdag 17 maart 2016 15:51
Ons administratie en belastingadvies kantoor in Haarlem en Heemstede wordt regelmatig door ondernemers en consultants benaderd die het tijd vinden om hun praktijk of onderneming te verzilveren. Hieronder treft u een vereenvoudigde weergave van een praktijk geval aan.

Na vele jaren hard werken als ondernemer hebt u besloten te stoppen. U spreekt met mede ondernemers, denkt na over de verkoop van uw zaak, wellicht praat u een met de bank. Af en toe hoort u dat als u stopt dat u moet afrekenen met de fiscus. Wat is dat en wat zijn de beste opties?

Kern

U kunt uw huidige eenmanszaak overdragen aan een andere ondernemer, domweg niets overdragen en sluiten of overdragen aan een besloten vennootschap. In dit artikel ga ik in op de overdracht aan een andere ondernemer. Aan de orde komen de belangrijkste fiscale aspecten. U stopt ermee maar uw onderneming kan door gaan. Dat laatste is het geval als uw bedrijf verkoopbaar is. Is dat niet het geval dan verkoopt u de waardevolle onderdelen aan derden of desgewenst aan uzelf tegen een zakelijke prijs. Bij het verkopen van het gehele bedrijf, overdragen, aan een geïnteresseerde koper, zijn een aantal varianten mogelijk. De mogelijkheden zijn:

-          Verkopen bij leven met winst. De behaalde winst is progressief belast in box 1. Om de fiscale schade te beperken kan onder voorwaarden een stakingslijfrente aangekocht worden.

-          Verkopen bij overlijden. Als partner of erfgenaam de zaak voorzet dan zijn er mogelijkheden om belastingheffing over de eventuele winst te ontgaan. Ook hier zijn voorwaarden van toepassing.

-          Verkopen bij echtscheiding. De voortzettende ondernemer kan zijn deel van het bedrijf voortzetten zonder af te rekenen met de fiscus.

-          Emigratie. U moet zo wie zo afrekenen met de fiscus als er sprake is van winst bij “verkoop”.

 

Een voorbeeld

Fysiotherapeut Frits werkt al 35 jaar vanuit een pand in Amsterdam dat zijn bezit is. Hij is nu 60 jaar en wil van andere zaken genieten. Zijn praktijkpand staat in de boeken voor € 10.000. Bij verkoop zal het ongeveer € 150.000 opbrengen. Wat nu als de therapeut het pand houdt, stopt met de zaak en het pand voor € 6.000 per jaar verhuurt? Antwoord: zodra de verhuur start gaat het pand voor de werkelijke waarde naar box 3. De winst van € 140.000 is belast. Er zal dan vaak gekozen worden voor verkoop met aankoop van een zogenoemde stakingslijfrente. Een degelijk advies is hier van belang omdat bij de stakingslijfrente een aantal voorwaarden speelt, die opgevolgd moeten worden om de aftrek te kunnen gebruiken.

Maar Frits heeft Georgina ontmoet, een gediplomeerde enthousiaste therapeute die zijn praktijk met pand wilt overnemen. Wat nu? Als Georgina aan voorwaarden voldoet dan kan op gezamenlijk verzoek het pand voor (fiscaal) € 10.000 worden over genomen. Bij het bepalen van de overname som zal Georgina er rekening mee houden dat er ooit over de € 140.000 afgerekend moet worden. Ook heeft ze minder afschrijvingspotentieel. Verder ziet Georgina op tegen de condities die de bank stelt voor het verstrekken van een lening.

Na een aantal weken besluiten Frits en Georgina adviseur André in de hand te nemen om wat zaken op een rijtje te zetten voor. Hij komt met het volgende idee: Frits verkoopt stukje bij beetje. Maandelijks betaalt Georgina € 1.500, gedurende 10 jaar. Totaal dus € 180.000 (voor pand, rente, goodwill en inventaris). Het voordeel voor Frits is dat hij de belasting uitsmeert en daardoor niet in de 52% categorie wordt aangeslagen. Georgina wordt na betaling van de laatste termijn eigenaar van het geheel en is vanaf dag één ondernemer met recht op de fiscale faciliteiten als ondernemer. Omdat er een gerede kans bestaat dat de onderneming weer voor rekening van Frits komt als Georgina stopt of ingebreke blijft met het betalen van de termijnen hoeft Frits niet in één keer met de fiscus af te rekenen. Georgina heeft als voordeel dat zij na 10 jaar eigenaar wordt van het pand (welke boekwaarde geldt voor Georgina na 10 jaar?), de inventaris en de goodwill. Bijkomstig voordeel is dat zij niets hoeft te lenen en kans maakt op een aardige winst als het pand in waarde is gestegen. De maandelijkse € 1.500 trekt zij als bedrijfskosten af.

Conclusie

Frits krijgt gedurende 10 jaar een aardige aanvulling op zijn AOW en komt niet in de 52% categorie zoals bij afrekenen in één keer. Georgina betaalt niet de bank, maar Frits en wordt na 10 jaar eigenaar van het geheel zodra zij de laatste termijn van € 1.500, -heeft betaald. Deze constructie moet vooraf met de fiscus worden afgestemd om te voorkomen dat er in één klap door Frits moet worden afgerekend.